DEN HELDER – Het college van Den Helder komt met een voorstel over de uitbreiding van de Leegstandsverordening voor de Visbuurt, Van Galenbuurt, Oostsloot en het Centrum.  De Leegstandsverordening geldt op dit moment alleen voor winkels en kantoren in het centrum. Door deze verordening te laten gelden voor winkels, kantoren en woningen in de vier kwetsbare buurten (Centrum, Oostsloot, Van Galenbuurt en Visbuurt) verwacht het college beter te kunnen optreden daar waar leegstand is. Aanpassing van de Leegstandsverordening voor de buurten waar het hier om gaat, is ondersteunend aan andere maatregelen die genomen worden om de leefbaarheid te verbeteren.

Een leegstandsverordening biedt gemeenten de mogelijkheid om met vastgoedeigenaren van leegstaande panden het gesprek aan te gaan om tot ingebruikgeving van het pand te komen. Pandeigenaren in de genoemde vier buurten worden door de leegstandsverordening verplicht om leegstand te melden als panden langer dan zes maanden leeg staan.

De gemeente houdt hiervoor een Leegstandslijst bij. De gemeente gaat vervolgens in overleg met de eigenaren van leegstaande panden en gaat meedenken over een mogelijke oplossing om het pand in gebruik te kunnen geven.

Uiteindelijk kan de gemeente aan de eigenaar een gebruiker voordragen die dan binnen drie maanden een overeenkomst tot ingebruikname van het gebouw aan die gebruiker zal moeten aanbieden en de deze verplichten bepaalde voorzieningen te treffen om het pand weer op redelijke wijze in gebruik te kunnen nemen.

Opkoopbescherming

De aantrekkingskracht van de stad en het stadshart neemt toe. De opkoopbescherming zorgt ervoor dat in genoemde wijken huizen niet zomaar kunnen worden opgekocht en vaak voor hoge prijzen per kamer (of soms per bed) verhuurd worden. Dit zorgt vaak voor zorgen en onrust in de wijk vanwege veel wisselingen in de bewoning. Met de opkoopbescherming blijven meer koopwoningen beschikbaar voor mensen die er zelf in gaan wonen. Dat levert een positieve bijdrage aan de sociale cohesie in de buurt en zorgt voor het behoud van de leefbaarheid van deze buurten. 

Uitzonderingsgevallen

In uitzonderingsgevallen moet, ondanks de opkoopbescherming, toch een vergunning voor verhuur verleend worden. Dit geldt bij woningen die: aan familie wordt verhuurd, onderdeel zijn van een winkel-, kantoor- of bedrijfspand  en woningen die tijdelijk worden verhuurd. Voor de tijdelijke verhuur geldt de voorwaarde dat de eigenaar de woning minimaal één jaar zelf heeft bewoond. Daarnaast is er een uitzondering voor woningcorporaties die een pand opkopen. Maar ook panden waar een leegstandsbeschikking voor is afgegeven, vallen onder de uitzondering. Dit, omdat  met de leegstandsbeschikking juist wordt bewerkstelligd dat een leegstaand gebouw in gebruik wordt gegeven op verzoek van de gemeente.

Een leegstandsbeschikking wordt afgegeven als een woning binnen een redelijke termijn gesloopt of gerenoveerd wordt.

Uitbreiding Leegstandsverordening

In de huidige Leegstandsverordening geldt een meldplicht voor eigenaren van winkels en kantoren in het centrum als die langer dan 6 maanden leeg staan. Door deze verordening ook te laten gelden voor leegstaande panden en of woningen in de vier buurten, hoopt de gemeente  beter te kunnen sturen op de  leegstand. Met name in situaties waar leegstaande panden niet goed worden onderhouden.

Meer woningen beschikbaar

Met deze twee maatregelen zet het college een belangrijke stap om de leefbaarheid in de wijken rond het centrum te behouden en/of te verbeteren. Bijkomend voordeel is, dat in een krappe woningmarkt, onwenselijk dat woningen of panden lang leeg staan of voor andere doeleinden worden gebruikt.