
SLOOTDORP – Het namenmonument op het terrein van het voormalig Joods Werkdorp maakt onderdeel uit van het Herdenkingsmonument 1989. Het bestaat uit een halve cirkel van staal om de bestaande stenen zuil heen. Op die halve cirkel zijn 197 herdenkingssteentjes gelegd met de namen van 197 vermoorde joodse vluchtelingen, afkomstig uit het Joods Werkdorp.
Die halve cirkel van staal verbeeldt de vroegere situering van houten barakken achter gemeenschapshuis Joods Werkdorp. Hier woonden en werkten jongens en meisjes uit onder andere Duitsland, Polen en Oostenrijk.
Deze vluchtelingen hebben geen eigen graf, maar door de geplaatste steentjes is er voor hen toch een herdenking gekomen.
Op basis van een joodse traditie kan elke bezoeker ook zelf een steentje neerleggen op het geplaatste herdenkingssteentje. Uit respect voor het slachtoffer en zodat de naam niet wordt vergeten en zijn gelijkwaardigheid als mens wordt erkend.
Het Namenmonument werd onthuld door burgemeester Rian van Dam van de gemeente Hollands Kroon, in aanwezigheid van de twee initiatiefnemers Marieke Roos en Ina Hoogenbosch-Glas op 6 oktober 2021.
Het herdenkingsmonument op de zuil heeft een bronzen plaquette waarop in reliëf, een hand met zeven gebroken halmen zijn afgebeeld. De halmen staan symbool voor een bloeiende gemeenschap, waaraan na zeven jaren plotseling een einde kwam. Dat was na de ontruiming in 1941. De plaquette is ontworpen Leo Ellermeijer, oud-ambtenaar recreatie en cultuur, van de gemeente Wieringermeer.
Het herdenkingsmonument werd onthuld door burgemeester J.F.G. Knorr en twee oud-werkdorpers G. Laske en P. Schwarzschild, op 9 november 1989.
Herbert Tombowski en Herta Stern waren allebei gevlucht uit nazi-Duitsland in 1939. Ze konden een plek krijgen in het Joods Werkdorp in hetzelfde jaar. Herbert volgde een opleiding in de landbouw en Herta ging aan het werk in de huishouding. Ze leerden elkaar beter kennen op het werkdorp en raakten verliefd. Onafscheidelijk waren ze op de sport- en culturele activiteiten.
Zowel Herbert als Herta konden na de ontruiming van het werkdorp in maart 1941 blijven. Eind juli 1941 hadden ze een onderduikplek gekregen op de boerderij van de familie Glas-Pijper aan de Gouwe, gemeente Hoogwoud en ze trouwden ook nog in hetzelfde jaar. In 1942 verhuisden ze weer, omdat de Duitsers de kuststreek ‘jodenvrij’ wilden hebben. Uiteindelijk werden ze toch opgepakt. Herbert ging op transport naar kamp Flossenburg en werd daar vermoord in april 1945. Hij was nog maar 26 jaar. Herta werd vermoord in kamp Bergen Belsen in mei 1945, 22 jaar oud.
